Wat hebben een mensenbaby en een krokodil gemeen? Waarom hebben kinderen wel een lievelingsdier, maar geen lievelingsplant? In het Groote Museum ontdek je hoe je verbonden bent met al het andere leven op aarde, en houden de bezoekers zich bezig met zulke kwesties. Je ziet de samenhang tussen mens, dier, plant en microbe. Door je eigen lichaam te gebruiken als spiegel, ervaar je als bezoeker dat je veel overeenkomsten hebt met ander leven. Het Groote Museum is op 12 mei feestelijk geopend aan het Artisplein in Amsterdam.

Het Groote Museum is gevestigd in het hoofdgebouw, één van de rijksmonumenten van ARTIS, daterend uit 1855. Hier was in het verleden ook een museum gevestigd, maar dat sloot zijn deuren in 1947. ‘Het was altijd al een grote droom van ARTIS om dit museum te heropenen’, vertelt het hoofd van het Groote Museum & academie Karlien Pijnenborg. 75 jaar later is de droom in vervulling gegaan, en opent het Groote Museum opnieuw. Het heeft een totaal nieuw museumconcept dat de bezoeker met andere ogen naar zichzelf en de wereld laat kijken.

Nieuwe blik

Je komt het Groote Museum binnen via de monumentale vlindertrap, waarna je uitkomt uit in de centrale hal die de West- en de Oostzaal verbindt. De bezoeker wordt meegenomen op een persoonlijke en emotionele tocht, met als vertrekpunt het eigen lichaam. 75 jaar geleden heette het museum ook al ‘Groote Museum’, maar de naam sluit nu heel goed aan bij de onderwerpen waar het museum over gaat. De bezoekers houden zich tijdens het bezoek namelijk bezig met grote en zware onderwerpen. Het eigen lichaam komt terug in verschillende zones in het museum. ‘Elke zone gaat over een bepaald lichaamsdeel. Er zijn in totaal twaalf zones. We hebben bijvoorbeeld de zone ‘ogen.’ Hier gaat het niet letterlijk over hoe onze ogen werken, maar over hoe wij als mensen naar bepaalde dingen kijken. Ook wordt hier de blik van dieren vergeleken met mensen. Sommige dieren hebben bijvoorbeeld een veel minder breed zicht dan wij. Een ander voorbeeld van een van de zones in het museum is het ‘hart.’ In deze zone gaat het om circulatie, omdat ons hart bloed rondpompt in ons lichaam en circuleert’, aldus Pijnenborg.

Het museum heeft een generalistisch uitgangspunt en toont op een ongebruikelijke manier een combinatie van kunst én wetenschap, waardoor bezoekers associaties en dwarsverbanden kunnen maken en zien.’Dit doen wij door gebruik te maken van installaties, kunst, animaties, foto’s, geluid en collectiestukken. Het museum is erg interactief, waardoor het voor verschillende leeftijden interessant is om te bezoeken. Met alle verhalen uit het museum kan de bezoeker een ‘nieuwe’ blik vormen. Welke dat is, is aan de bezoeker’, aldus het hoofd van het museum.

Oostzaal is een dynamische plek

Zoals eerdergenoemd heeft het museum een West -en Oostzaal. De Oostzaal van het museum is een dynamische plek waar verschillende activiteiten en lezingen plaatsvinden. Op de website van het museum kan men zich aanmelden voor de activiteiten. De bezoeker gaat hierbij samen met medewerkers van het museum ‘grote vragen’ gaan onderzoeken. Het bestuur heeft hier verschillende series voor ontworpen. Onderdeel van een van de series is ‘ARTIS onderzoekt.’ Hier komt er een wetenschapper vertellen over zijn onderzoek. Dit kan in allerlei vormen zijn: een minicollege, een speeddate met een onderzoeker of een demonstratie bijvoorbeeld.

Tijdens het ‘Kleine grote vragenuur’ worden live podcast opnames gemaakt van kinderen tussen 10 en 12 jaar die met een kinderfilosoof (en met elkaar) in gesprek gaan. Zijn wij natuur? Mogen we natuur verbeteren? Moeten we stoppen met dieren eten? Bezoekers luisteren door middel van een koptelefoon mee met het gesprek.

En bij ‘Hoe ruikt de toekomst’ doen programma geuronderzoekers Caro Verbeek en Ton van Harreveld een poging om bezoekers laten ruiken aan de komende jaren. Ze ontrafelen hoe emotie, herinnering en geur met elkaar zijn verbonden. Dit doen zij aan de hand van een geurtunnel. ‘Deze tunnel gaat om de associaties die mensen hebben bij een bepaalde geur. Ik ben zelf bijvoorbeeld op het platteland opgegroeid, dus als ik de geur van mest ruik, denk ik aan een knusse boerderij en veel gezelligheid. Andere vinden dat juist stinken’, vertelt Pijnenborg.

Naar het museum voor het stappen

Een ander bijzonder aspect aan het museum is dat het ook op donderdagavond geopend is. ‘Ik denk dat dit museum juist super erg interessant is voor jongeren. En wat is er nou leuker dan voor het stappen nog even een bezoek te brengen aan een museum?’, zegt Pijnenborg. Al met al is er genoeg te beleven in het (letterlijk) Groote Museum. ‘Er is zoveel te doen, en het museum laat zo’n indruk op je achter, dat het zeker een plek is waar je vaker naartoe zou moeten om alle informatie goed op je in te laten werken’, besluit het hoofd van het museum.

Tekst: Nikola van Krieken

Foto@ Maarten van der Wal