Wat gaat het allemaal toch enorm snel. Zo zit iedereen nog lekker voor de tent te genieten van de warmte en de vakantie en zo staan we in de regen en kou te bibberen op het voetbalveld. De coaches en de trainers hebben hun keuzes alweer gemaakt over hoe en met wie er de beste prestaties moeten worden gehaald. Ik moest terugdenken aan een team waar ik zelf in voetbalde.

Onze club bestond nog maar uit welgeteld twee teams. Aan het eind van het seizoen zaten we met z’n allen na te praten over het middelmatige seizoen dat we hadden gespeeld. Het team telde een paar goede voetballers, een paar slechte en een stuk of wat gewoon middelmatige spelers. Maar Cor was wel de allerslechtste. Hij stond meestal ergens in de verdediging en dan kregen we heel veel doelpunten tegen. En je kunt Cor dan wel in de aanval of op het middenveld gaan zetten, maar daar heb je ook niets aan hem. Dus stond Cor vaak reserve en mocht dan vlaggen. Maar Cor zat daar niet mee. Hij onderging zijn lot rustig en bedeesd. Hij vond het wel gezellig en met name na de wedstrijd was Cor altijd in vorm. Cor was ongetrouwd en zijn vrienden waren het team waar hij op zaterdagmiddag meespeelde. Eigenlijk was het zijn lust en zijn leven, dat tweede team van HCK.

Maar die ene keer na de laatste wedstrijd heb ik Cor voor het eerst boos gezien. Wat gebeurde er? De trainer, coach, speler en aanvoerder van ons team, Peter, kwam in de kleedkamer met een bosje bloemen. Hij overhandigde het aan Cor met de woorden dat het voor zijn afscheid was, dat van Cor dus. Die antwoordde bedremmeld dat hij helemaal niet ging stoppen met voetballen waarop de aanvoerder en coach overduidelijk en gedecideerd zei: ‘Jawel hoor, in ieder geval bij ons.’

Iedereen was er stil van en durfde eigenlijk niets te zeggen, bang dat je dan zelf een bos bloemen zou krijgen. Cor pakte zijn tas in, bloemen onder zijn armen en slenterde boos en teleurgesteld weg. Cor hebben we nooit meer gezien, de bloemen wel, die lagen een paar 100 meter verderop in een afvalbak.

Andy Houtkamp