Als toetje op het Rembrandtjaar voegt kunstenaar Jan van Driel een paragraaf toe aan alles wat er al geschreven is over Rembrandts zelfportretten: zijn oren. Na intensieve bestudering van Rembrandts zelfportretten ontdekt Van Driel dat Rembrandt net als hijzelf afstaande oren had. Zijn ontdekking is opmerkelijk, omdat er in de vakliteratuur veel is geschreven over Rembrandt en zijn zelfportretten, maar bijna niets over zijn oren.

Het Stedelijk Museum Kampen geeft met de tentoonstelling ‘Oog voor het oor’ een hernieuwde kijk op de portretkunst van Rembrandt en zijn hedendaagse collega’s. Welke rol hebben kunstenaars het oor in het (zelf)portret toebedeeld en hoe interpreteren we het begrip schoonheid? Naast zelfportretten van Jan Van Driel zijn twintig originele etsen te zien uit de collectie ‘Rembrandt in zwart-wit’, met expressieve (zelf)portretten, waarin de zintuigen een rol spelen, oren prominent onder hoeden en mutsen uitsteken of het luisteren één van de thema’s is.

Ook toont het museum ruim 40 (zelf)portretten van Annemarie Busschers (1970), Caitlin Sas (1989), Dennis Møgelgaard (1959), Herman Tjepkema (1955), Kenne Grégoire (1951), Koos van Keulen (1940), Philip Akkerman (1957), Pieter Pander (1962), Suzan Schuttelaar (1974) en Willem den Ouden (1928) heeft het oor een opvallende rol.

Foto: Stedelijk Museum Kampen