Voor de Nederlandse waterpolovrouwen is het moment van de waarheid bijna aangebroken. De ploeg van trainer Arno Havinga, met Bente Rogge (rechts op de foto, red.) uit Zaandam, strijdt in het Italiaanse Triëst van 19 tot en met 24 januari eindelijk om een startbewijs voor de uitgestelde Olympische Spelen van Tokio komende zomer. Ook Maartje Keuning en reserve Maud Koopman komen of kwamen uit voor ZV de Zaan.

Voor de laatste voorbereidingsfase wordt vanaf maandag 11 januari een zogenaamde ‘bubbel’ gecreëerd in Zeist, waar de nationale selectie al sinds jaar en dag traint in het eigen KNZB-Zwembad.  Het vertrek naar Italië staat gepland voor de 17e.

De prognose is dat Nederland samen met Italië, Hongarije en Griekenland gaat strijden om de twee overgebleven beschikbare plaatsen. Daarvoor dient de halve finale tegen vermoedelijk Griekenland of Hongarije gewonnen te worden.

In de poule neemt het team met Bente Rogge het achtereenvolgens op tegen Slowakije (dinsdag 19e), Italië (20e) en Frankrijk (21e). De kwartfinales, waarbij de nummer 1 strijdt tegen de nummer vier van de andere poule en de nummer twee tegen nummer drie, en beslissende halve finale volgen op 23 en 24 januari.   

Het OKT stond eerder gepland voor maart 2020, maar werd vanwege de covid-19 pandemie uitgesteld naar januari 2021. Omdat het virus nog altijd rondwaart in de wereld, zal het evenement in Triëst zonder publiek worden gespeeld en zullen de deelnemende teams na aankomst in een ‘bubbel’ gaan. Voorafgaand en tijdens het toernooi zullen speelsters en begeleiders enkele keren een  coronatest moeten ondergaan. Bij een of twee positieve tests, gaan de betreffende speelsters direct in quarantaine. Zij mogen worden vervangen. Bij een derde positieve test, van zowel staf als speelsters, wordt de hele ploeg uit het toernooi gehaald, zo heeft de wereldzwembond FINA besloten.

De wedstrijden van Oranje worden live uitgezonden via Ziggo Sport.