Wanneer je een willekeurige voetbalvolger vraagt naar een bekende keeperstrainer zullen vele direct de naam Frans Hoek noemen. Op zijn palmares staan onder meer het Nederlands elftal, Ajax, FC Barcelona, Bayern München, Galatsaray en Manchester United. Daarnaast werkte de voormalige sluitpost van FC Volendam tevens voor o.a. de Poolse voetbalbond in de periode met Leo Beenhakker en tot en met januari 2019 voor Saoedi- Arabië onder leiding van de voormalig spits Juan Antonio Torroja Pizzi. Thans is Hoek (63) als technisch directeur verbonden aan de Amerikaanse club Orange County, dat speelt op het tweede niveau, en is ook nog bij wat andere kleine projecten in Californië betrokken. Daarnaast verricht Hoek werkzaamheden voor de UEFA als technisch adviseur en instructeur door lezingen op congressen en cursussen te geven. Het mag duidelijk zijn dat het voetbal hem nog steeds opslokt.

Hoek reist de wereld rond en is slechts zo nu en dan voor een korte periode in Nederland voor hij weer zijn koffers pakt. Na een tijd met enige regelmaat contact via de social media, 433 Magazine geeft niet snel op, lukt het op donderdag 21 november een interview te plannen met Hoek. Locatie is het gezellige Café JP Coen in Hoorn, wat uitgebaat wordt door een familielid van hem. Na het opsommen van zijn huidige, brede scala van activiteiten vraagt Hoek wanneer deze editie verschijnt en dat levert ook nog een primeur op. ‘Ik sta op het punt een contract te tekenen voor een mooi project bij de Japanse voetbalbond. Zij willen in 2050 het wereldkampioen organiseren en de titel pakken. De laatste 20 jaar zijn er qua spelers best de nodige Japanners doorgebroken in Europa. Er zijn er thans ruim 40 die in aanmerking voor het nationale elftal, maar dat steekt schril af bij het aantal keepers. Op dit moment zijn dat er stuk of drie. Het wordt mijn taak om daar met mijn visie een structuur neer te zetten op het gebied van keeperstalent te ontdekken en vervolgens op te leiden. Een geweldige uitdaging, al zal ik het eindresultaat in 2050 waarschijnlijk niet meemaken. Het spel heeft zich de laatste jaren natuurlijk enorm ontwikkeld. ‘In de tijd dat ik nog zelf in het doel stond-  Hoek, die een achtergrond heeft als judoka, keepte van 1973 tot 1985 bij FC Volendam – rolde je de bal nog uit naar een verdediger, die hem vervolgens weer terugspeelde en je bal weer oppakte. Nu staat er gewoon bijna een voetballer in het doel, zoals Ederson Moraes bij Manchester City’, die ook nog een bal moet verdedigen als keeper. Thans werk ik ook bezig met inspanningsfysioloog Raymond Verheijen aan een (tijdloos) boek gekoppeld aan de wetenschappelijke achtergrond van keepen. Een mooi project. Dit boek hopen we eind 2020 te lanceren.’

Keepers

Of het echt zo problematisch is gesteld met de Nederlandse keepers? Hoek vindt het lastig om daar een gefundeerde mening over te geven. ‘Ik ben veel in het buitenland, dus wat er in de jeugd rondloopt, weet ik niet zo goed.’ Een feit is wel dat er sinds 2014, het jaar waarin Hoek deel uit maakt van de technische staf van Louis van Gaal tijdens het WK in Brazilië, weinig is veranderd (in tegenstelling tot de veldspelers) in het potentieel voor Oranje. De lichting Maarten Paes, Kjell Scherpen en Joël Drommel kan zich zeker nog flinke ontwikkelen, maar ze komen eigenlijk pas net kijken in de eredivisie. Het verhaal komt op Edwin van der Sar. ‘Ik zag hem destijds bij Noordwijk onder de lat. Hij voldeed niet aan het profiel groot en sterk zoals in de tijd bijvoorbeeld een Oliver Kahn en een Kasper Schmeichel. Ik was er echter van overtuigd dat hij paste bij de stijl van Ajax omdat hij paste in het clubprofiel van de keeper die ik had opgesteld. De eerste paar maanden zag eigenlijk niemand het in hem zitten op de club. Uiteindelijk durfde Louis van Gaal, hij keek niet naar namen, hem een keer voor de leeuwen te gooien. Na een iets aarzelende start, heeft dat natuurlijk geweldig uitgepakt.’ Bij FC Barcelona hadden we in mijn tijd in de jeugdlichtingen weinig grote talenten. Pas bij de Onder 16 zaten Pep Reina en Victor Valdés. Daar hoefde je geen kenner voor te zijn. Iedereen had hun talent opgemerkt.’

Carrière

Frans Hoek werkte in zijn lange carrière, die natuurlijk nog altijd voortduurt, bij de grootste clubs en de beste keepers. Aan ieder avontuur zitten natuurlijk mooie herinneringen. Aan Ajax waar hij eerst het vak leerde onder Johan Cruijff en later in de periode Louis van Gaal met het winnen van de UEFA Cup in 1992 en drie jaar later de Champions League. Spanje bij FC Barcelona, waar volgens Hoek het aantrekkelijkste voetbal wordt gespeeld en Bayern München. ‘Ik had nooit verwacht dat die periode zo geweldig zou zijn. Qua organisatie is dat met afstand de beste club waar ik heb gewerkt en het is er net als in Barcelona fraai wonen. De Premier League was met afstand de sterkste en meest onvoorspelbare competitie. Je weet er nooit van tevoren, zelfs tegen teams uit lager klassen, of je een wedstrijd wint. Ieder duel was er daar één om naar uit te kijken.’ Uit de tijd dat Van Gaal bezig was met zijn transfer naar Barcelona heeft Hoek een leuke anekdote. ‘Om de besprekingen in het geheim te kunnen voeren zijn we eerst van Schiphol naar ik meen Rome gevlogen en vervolgens met een privéjet naar Parijs. Daar zijn Louis, Gerard van der Lem en ik snel opgepikt en in geblindeerde taxi gestapt. Op de bovenste verdieping van een hotel hebben we vervolgens de contractonderhandelingen gevoerd met toenmalig president Josep Lluís Núñez Clemente en zijn zoon. Dan praat je toch over ruim 20 jaar geleden.’ Naast 2x het Nederland elftal was Hoek werkzaam voor Polen in de periode onder Leo Beenhakker tijdens onder meer het EK 2008. Arthur Boruc was daar één van de keepers. ‘Met de anticiperende en reactiekeepers zijn er grofweg twee types. Anticiperende doelmannen hebben over het algemeen een geweldig inzicht en kunnen beter meevoetballen. Reactiekeepers moeten het echt hebben van reageren en moeten eigenlijk constant onder hoogspanning staan. Boruc is zo’n reactiekeeper: een grote, sterke keeper, type Oliver Kahn, Peter Schmeichel. Ik weet nog dat Leo voor een belangrijke wedstrijd een keer twijfelde wie hij moest opstellen. Ik heb Boruc toen tijdens de warming-up zo boos gemaakt om de aandacht van een vol stadion wat weg te nemen. Vervolgens keepte hij een fantastische wedstrijd. Maar dat soort ‘trucks’ werkt meestal maar één keertje en dat is ook zeker niet mijn stijl van werken.’ De komende jaren hoopt Hoek zijn steentje te kunnen blijven bijdragen aan de ontwikkeling van het keepersvak, want daar beleeft hij nog altijd zeer veel plezier aan.