Haarlem heeft een goed sportklimaat, vindt wethouder Merijn Snoek. De stad telt een groot aantal sportverenigingen. ‘Het aanbod is heel divers. Die rijkdom aan sportverenigingen, die we in ruim een eeuw hebben opgebouwd, moet blijven bestaan. Daar willen we ons als gemeente voor inzetten.’ De sportwethouder vindt dat geld investeren in sportaccommodaties profijt oplevert. ‘Als gemeenschap krijg je daar veel voor terug.’
Haarlem heeft als stad alles wat een inwoner maar kan wensen, vindt wethouder Snoek. Hij noemt de stad ‘het mooie zusje van Amsterdam.’ ‘Veel mensen willen hier wonen. Zelf kwam ik hier vanuit Amsterdam naartoe toen ik een gezin wilde stichten.’ Hij vindt het een groot pluspunt dat zijn kinderen op straat kunnen spelen. ‘Ik woon in een heerlijke buurt, waarbij alle grootstedelijke voorzieningen binnen handbereik zijn. Haarlem is een stad, maar heeft het gevoel van een dorp.’
Toen Snoek dertien jaar geleden in Haarlem ging wonen, vroeg hij zich af hoe hij het beste kon integreren in zijn nieuwe woonplaats. ‘Ik wilde een echte Haarlemmer worden. Sport is voor mij belangrijk, maar ik ben ook altijd geïnteresseerd geweest in politiek. Mijn drijfveer daarbij is: hoe laat je je kinderen veilig opgroeien? Als ik kijk naar de samenleving als geheel is de stad en de wijk de plek waar je dit mogelijk kunt maken.’ Zijn interesse in de gemeentepolitiek als ‘hobby’ liep daarna iets ‘uit de hand’, zegt Snoek lachend. Hij is inmiddels vijf jaar wethouder in de Spaarnestad.
Uniek
Snoek vindt het uniek dat Haarlem zoveel verschillende sportverenigingen kent. ‘Het is een divers geheel, met ieder een eigen clubhuis. Het is mooi als mensen in de sport zichzelf kunnen organiseren zoals ze dat willen. We hebben hier bijvoorbeeld een protestantse- en katholieke korfbalvereniging, die samen één veld delen.’ De gemeente ondersteunt de sportverenigingen in de stad via SportSupport. Dat gebeurt door middel van subsidies voor bijvoorbeeld de aanleg van een kunstgrasveld of het duurzaam maken van een sportaccommodatie. ‘Het is belangrijk dat verenigingen goede accommodaties hebben en sportvelden voor een redelijke prijs kunnen huren. In Haarlem betalen ze daarvoor maar 13 procent van de kostprijs. We kiezen er bewust voor om die prijs laag te houden, zodat verenigingen hun geld kunnen inzetten voor andere dingen.’
Volgens de wethouder is dat het geld alleszins waard. ‘Als gemeente investeer je eenmalig in een goed veld, dat een aantal jaren mee kan. Maar kijk eens wat je daar allemaal voor terugkrijgt? Sportclubs brengen kinderen en jongeren waarden en normen bij. Vrijwilligers bij verenigingen zetten zich belangeloos in voor de gemeenschap. Die investeringen betekenen een groot profijt voor je inwoners.’ Snoek was verrast toen hij iemand hoorde zeggen dat Haarlem ‘de breedtesportstad van Nederland is’. ‘Daar doe ik het voor. Die toegankelijkheid en diversiteit is de kracht van ons sportaanbod.’ De gemeente stimuleert graag dat meer inwoners gaan sporten. ‘Je moet het daarom betaalbaar houden voor alle doelgroepen. Ook voor mensen in kwetsbare posities.’ Sport wordt ingezet om jongeren, die buiten de boot zijn gevallen, naar school of werk te begeleiden. ‘Op die manier kunnen ze weer deel gaan uitmaken van onze maatschappij.’
Nieuw
In het vorige decennium heeft Haarlem veel geld gestoken in buitensportaccommodaties. ‘Daar is het nu wel op orde’, zegt Snoek. ‘Bij de binnensport hebben we een inhaalslag te maken wat betreft capaciteit en kwaliteit. Het eerste grote project is af. Dat is de multifunctionele badmintonhal van Duinwijck aan het Badmintonpad.’ Het volgende grote project dat in Haarlem op stapel staat, is de bouw van een nieuwe sporthal naast de Schoter Scholengemeenschap in Haarlem-Noord. Die gaat de oude Beyneshal bij het station vervangen. De hal wordt het domein van volleybalvereniging Spaarnestad en zal ook worden gebruikt voor sportlessen van de leerlingen van het Schoter. De luchtkwaliteit in de Kennemer Sporthal voldoet niet aan de laatste eisen. ‘Daar is geld voor vrijgemaakt, maar het is een complexe kwestie. We hebben lang gepuzzeld hoe we dat probleem het beste kunnen oplossen. Er wordt aan gewerkt.’
Evenementen
Een van de grootste sportevenementen in Haarlem is de Honkbalweek. Die dreigde in 2017 te verdwijnen, maar werd in 2018 nieuw leven ingeblazen. Merijn Snoek is daar blij mee. ‘Het vorige bestuur van de honkbalweek zag het niet meer zitten om het evenement te organiseren. Een hoop partijen hebben er toen de schouders onder gezet, waaronder ook de gemeente. In 2018 is een mooie, nieuwe editie geweest. Als stadsbestuur wilden we graag aan de nieuwe opzet meewerken, maar dan moest wel zeker zijn dat het evenement weer jaren mee kan. Daar zijn slagen in gemaakt.’ De stad kent meer grote sportevenementen, waar Snoek enthousiast over is. De Dutch Junior Badmintonweek is een daarvan. ‘Ook daar is de sfeer bijzonder. Zo stond de Koreaanse equipe haar eigen eten te koken in de kantine. Prachtig. Die jonge teams komen uit alle windstreken en de saamhorigheid is groot.’ Ook de Halve van Haarlem, een hardloopevenement in de nazomer, vindt Snoek een sportfeest voor de stad. ‘Jong en oud en alles wat er tussen zit, doet daaraan mee. De hele Grote Markt staat vol met enthousiaste lopers. Een geweldig gezicht is dat.’
Wethouder Merijn Snoek
Wat is uw favoriete plek in de Metropoolregio Amsterdam?
‘Het sportveld op de hoek van de Kleverlaan in Haarlem. Het ene moment kun je daar een balletje trappen, het andere moment vliegeren met je kinderen. Er gebeurt daar van alles en het is midden in de stad. Buurtbewoners zetten er in de zomer op proef hun tent op. Op Koningsdag komt de hele buurt daar samen voor de vrijmarkt. Het is een fantastisch veldje.’
Welke persoon zou u graag een keer willen ontmoeten en wat zou u aan hem of haar willen vragen?
‘Pim Mulier. Die heeft alles gedaan voor de sport in Nederland. Er gaan de grootste verhalen over hem rond. Ik zou die man graag willen leren kennen. Als je zo jong al zoveel inzet toont en zo’n vooruitziende blik hebt, dan ben je een bijzonder mens. Ik zou van hem willen weten hoe hij zo is geworden.’
Naar welk evenement in 2020 kijkt u het meest uit?
‘De jubileumeditie van de Haarlemse honkbalweek. Dat is een fantastisch evenement, waar hele families naartoe komen met koelbox en al. De sfeer is zo bijzonder. Een echt feest. De warmte van dit evenement is uniek. Een internationaal en grootstedelijk toernooi, waar een dorpssfeer heerst. Toen het evenement dreigde te verdwijnen, hoorde ik een vrouw in een koffietentje zeggen: ‘Wat vreselijk. Dan kan ik mijn kinderen daar niet meer mee naartoe nemen. Ik ben er zelf mee opgegroeid.’ Ik begrijp die emotie. Gelukkig heeft de Honkbalweek een doorstart gemaakt en is het evenement gered voor de toekomst.’
Wat ziet u als grootste uitdaging voor de toekomst?
‘Dat we het optimisme erin houden. Als ik kijk met wat voor toekomstbeeld mijn kinderen opgroeien, dan is dat beangstigend. Toen ik vroeger naar science fiction films keek, gingen die over hoop. De huidige science fiction films schetsen een heel ander beeld van de toekomst. Zijn we er straks nog wel? Overleeft de aarde en de mensheid? Natuurlijk moet er een besef van urgentie zijn om dingen aan te pakken. Maar we moeten ook hoop houden en perspectief voor de toekomst. Anders redden we het niet.’
Wat is uw favoriete quote of lijfspreuk?
‘And in the end the love you take is equal to the love you make’. Die tekst komt uit het laatste nummer van het album Abbey Road van de Beatles.’
Tekst: Jeannine Verhagen
Recente reacties