In judoland heeft Kenamju al vele jaren een naam hoog te houden als het gaat om het opleiden van toppers. Huidig wereldkampioen Noël van ’t End, Frank de Wit en Michael Korrel zijn alle drie afkomstig van Kenamju. Ook onder meer Guillaume en Dex Elmont, Ruben Houkes, Dennis en Elco van der Geest, Kim Polling en de huidig bondscoach Maarten Arens stonden bij de club uit Haarlem op de tatami. En zo zullen er in de toekomst nog vele volgen. Het kweken van kampioenen doet Kenamju op een onderscheidende manier, waarbij teamwork het uitgangspunt is.

Martin Overbosch is sinds een paar jaar de hoofdcoach bij de jeugd. Jan Jaap van der Neut is voorzitter van de stichting topjudo.’ Bij het sportcentrum hebben we op verschillende locaties zo’n 600 leden. Daarboven komt de stichting met ruim 150 leden. Deze zijn allemaal ouder dan 12 jaar. ‘Bij het opleiden van toppers geloven wij in de kracht van de groep. Dat was in de periode onder Cor van der Geest, de godfather van onze club, al zo en daar gaan we mee door. We voeren een consistent beleid en daar wijken we niet vanaf’, vertelt Van der Neut. ‘Als vereniging gaan ook altijd als groep naar grote toernooien en dus niet alleen met onze toppers. We doen met z’n alleen mee of we komen niet. Daar zijn we heel consequent in. Ieder teamlid heeft een aandeel in het succes. In de leeftijdscategorie onder twaalf jaar zijn we van de laatste vijf jaar vier keer Nederlands kampioen geworden bij de teams Zulke prestaties zijn ons als club erg veel waard, maar niet leidend in de opleiding’, vult Overbosch aan.

Het spreekt voor zich dat een club met de naam van Kenamju de aantrekkingskracht  van een magneet heeft op kinderen, maar zeker ook op ouders. Overbosch: ‘Vaak denken ouders dat we hier op hele jonge leeftijd al heel veel trainen. Dat is echt helemaal niet waar. Tot en met 12 jaar traint echt ieder kind, getalenteerd of niet, slechts twee keer per week een uur.’ Van der Neut: ‘Het woord opgebrand komt in het judo vaak voor. Bij Kenamju kiezen we voor de geleidelijke weg, het zogenaamde LTAD piramidemodel met een brede basis. Het aantal trainingsuren wordt langzaam opgevoerd, waarbij de (team)ontwikkeling voorop staat en de prestatiecurve licht omhoog loopt. Bij andere club zie je bijvoorbeeld dat ze de jeugd snel een aantal trucjes leren om zo wedstrijden te kunnen laten winnen. Dat doen wij niet. Vaak zie je ook de kampioenen  bij de 16- en 17 jarige niet de beste waren in de leeftijdscategorie tien tot twaalf. Dennis van der Geest was bijvoorbeeld op jonge leeftijd geen talent. Frank de Wit is wel iemand die vanaf kleins af altijd won, maar daarin is hij echt één van de weinigen.’

Naast trainen in grote groepen is continuïteit in het trainingsprogramma een hoofdthema, zoals je het judo bij de topsportstichting Kenamju benaderen. ‘Twee keer krachttraining, vier keer judo en 1x hardlopen bij de -18. En dat iedere week weer. Met het aanleren van krachttraining beginnen we ook pas bij de -15.‘, aldus Overbosch. In het judo is met de centralisering op Papendal de laatste paar jaar veel veranderd. Van der Neut en Overbosch hebben er als clubmannen uiteraard een mening over. ‘Wanneer je extreem getalenteerd bent, hoor je daar zeker te trainen. De groep die naar Papendal verkast wordt echter steeds groter wordt ook gevuld met de nummer 5 en 6 van Nederland en het gevolg is dat deze talenten die niet geselecteerd worden voor de belangrijkste toernooien teleurgesteld afhaken en verloren gaan voor het judo. Dat is zonde voor het talent en slecht voor het clubjudo in Nederland waardoor de wortels uit het wedstrijdjudo worden getrokken. Dat is dan ook een flinke uitdaging voor de toekomst’, besluiten Overbosch en Van der Neut.

Jan Jaap van der Neut

Wat is je favoriete plek in de MRA?

‘Dat is hier in Haarlem bij Kenamju.’

Welke persoon zou je graag een keer willen ontmoeten en wat zou je hem/haar dan vragen?

‘Tennisser Roger Federer. Ik zou graag willen weten hoe je het weet vol te houden om zolang aan de top te staan.’

Naar welk evenement in 2020 kijk je het meeste uit?

‘De Olympische Spelen en dan uiteraard vooral het judo.’

Wat is jouw grootste uitdaging voor de toekomst?

‘De club Kenamju aan de top houden en ons topsportbeleid uitbouwen.’

Wat is je favoriete quote of jouw lijfspreuk?

‘You never lose, either you win or you learn.’

Martin Overbosch

Wat is je favoriete plek in de MRA?

‘Drifter, op de hoek aan de Botermarkt. Hier kom ik al jaren na de training voor een heerlijke kop koffie en om lekker te chillen. ‘

Welke persoon zou je graag een keer willen ontmoeten en wat zou je hem/haar dan vragen?

‘Voormalig NBA-speler John Stockton. Hij maakte deel uit van het Dream Team tijdens de Olympische Spelen in 1992 en wordt door de grote, flamboyante spelers stuk voor stuk geprezen. Een exceptionele speler, maar hij is toch heel gewoon gebleven. Ik zou hem willen vragen hoe hij zijn carrière heeft ervaren.’

Naar welk evenement in 2020 kijk je het meeste uit?

‘De Olympische Spelen.’

Wat is jouw grootste uitdaging voor de toekomst?

‘Een grote, sterke groep judoka’s houden om zo te blijven kunnen zorgen voor  continuïteit.

Wat is je favoriete quote of jouw lijfspreuk?

‘Winning isn’t everything but wanting to win is.’