Op hockeygebied is Noor de Baat volgens de insiders een speelster met een grote toekomst voor zich. Bij Jong Oranje en Amsterdam kunnen ze niet om de 20-jarige middenveldster heen en daarnaast bonkt ze ook bij het Nederlands elftal op de deur. Met Amsterdam wist ze in 2019 een einde te maken aan de jarenlange hegemonie van rivaal Den Bosch door de landstitel en de Europacup te pakken. Helaas moest haar Amsterdam dit seizoen het kampioenschap weer laten aan de grote rivaal. Aan het eind van het jaar schitteren op het wereldkampioenschap onder 21 jaar in Zuid- Afrika is nu het grote doel. 

Ten opzichte van vele andere sporters voelt De Baat, afkomstig uit het pittoreske plaatsje Broek in Waterland, zich zeker enigszins bevoorrecht. Maar ook op de topsport heeft corona zeker grote impact. ‘We zijn heel blij dat we met een aantal beperkingen kunnen trainen en dat de competitie dit jaar wel is afgemaakt. Het spelen van wedstrijden blijft tenslotte toch het leukste van het spelletje. Maar ervoor en erna moet je natuurlijk wel zoveel mogelijk afstand houden. Gezellig met elkaar lunchen en wat drinken na afloop, zit er nog niet in. Ook de aanwezigheid van supporters langs het veld missen we natuurlijk wel.’   

De Baat (links op de foto, red.) heeft ondanks haar jonge leeftijd al een schat aan ervaring in haar rugzak. Al als zestienjarige, eerstejaars A-junior, schoof ze als door naar de selectie van de hoofdmacht en excelleerde ze tijdens de play-offs. Op het middenveld maakt De Baat vooral indruk als ‘verbindingsspeelster.’ Het kiezen van de juiste positie en het bedenken van een goede oplossing is voor haar gesneden koek. ‘Een aandachtspunt is voor mij wel vooruit hockeyen. Soms zou ik nog wat meer lef in mijn spel moeten tonen. Daarnaast werk ik eraan om fysiek sterker te worden. Dit doe ik door onder meer gerichtere krachttraining’, zo toont De Baat zich ook kritisch over haar spel.

Prille begin

Broek in Waterland is een dorpje met nog geen 3.000 inwoners. Om op hockey te gaan, was ze dus aangewezen op de grote stad en daar woont ze nu ook. ‘Ik ben vanwege mijn studie informatiekunde aan de UVA in combinatie met het vele trainen op mijn achttiende naar Amsterdam verhuisd.  De Baat begon als jong meisje bij FIT in Amsterdam-Noord. Op haar elfde verruilde ze de club voor topclub Amsterdam en daar ging haar ontwikkeling gestaag door. In de hoogste jeugdteams groeide ze uit tot een vast gezicht. Op het moment dat het getalenteerde meisjes-A-team van de club een seizoen lang gevolgd werd in een unieke documentaire in hun jacht naar het landskampioenschap stroomde De Baat door naar de hoofdmacht. Als ze zich zo blijft door ontwikkelen, lijkt het een kwestie van tijd voordat ze ook meer kansen gaat krijgen bij het Nederlands team. ‘Dat is wel mijn doel voor de lange termijn. Ik wil graag de grote toernooien gaan meemaken met natuurlijk de Olympische Spelen als hoofddoel.’  Parijs 2024 is een prachtige stip aan de horizon. Aan haar drive en talent zal het zeker niet liggen.   

Foto: Roel Ubels